De kern van het model is een set van circa 125 referentieopgaven die als voorbeeld dienen voor een afdekking van het referentieniveau 2F dan wel 3F.
De referentieopgaven kunnen gekoppeld worden aan:
- De leerdoelen uit het referentiekader Taal en Rekenen (dekkend!)
- De leerstof uit een methode naar keuze of een leeromgeving met eigen materiaal.
- De leerdoelen in onderwijsbegrippenkader of kwalificatiedossier
De referentieopgaven kunnen contextueel worden aangepast aan de beroepsopleiding (of aan burgerschapsprojecten of aan ander activiteiten waarin rekenen een rol speelt). Daarbij blijven de eerdergenoemde koppelingen in stand.
Per beroepsopleiding zal de balans tussen de drie perspectieven (beroepsgericht, burgerschapsgericht, rekenlessen) anders kunnen liggen. Die balans en de onderlinge verwijzingen ontwerpen door beroepsdocenten en rekendocenten samen is overigens een hele goede manier om tot een gedragen integratie te komen. Het dwingt te reflecteren op waar nu precies reken allemaal voorkomt in de beroepsvakken en mogelijk ook stages.