De afgelopen maanden heeft ROA (Universiteit van Maasstricht) onderzocht in welke beroepen laaggecijferdheid echt veel voorkomt. Het onderzoeksrapport van ROA is een belangrijke bron om na te denken over effectieve aanpakken van laaggecijferdheid. Stichting Lezen en Schrijven heeft het technische rapport van ROA in een publieksversie breed onder de aandacht gebracht: https://www.lezenenschrijven.nl/uploads/editor/2019_Rapport_Spreiding_laaggeletterdheid-webversie_DEF.pdf.
Rond laaggeletterdheid is de afgelopen jaren al heel wat ontwikkeld aan materialen en good practices. Maar zelfs dan blijft het een hele grote opgave om mensen te bereiken en van een aanbod te voorzien dat ze stimuleert, verder helpt en enthousiasmeert. Het blijft een hele drempel voor deelnemers om openlijk te zeggen dat bijvoorbeeld hun leesvaardigheid op dit moment tekortschiet en verbetering behoeft.
Voor laaggecijferdheid zijn er vergelijkbare drempels. Hier gaat het vooral om psychologische factoren die te maken hebben met in het vroege onderwijs opgebouwde rekenangst: het grote ongemak voelen als anderen met cijfers komen en met getallen goochelen. Of de onmacht voelen als mensen je met cijfers proberen te overtuigen van zaken waar je zelf iets anders van vindt, maar waarbij je het gevoel hebt niet op te kunnen tegen de getalsmatige redeneringen. Of dat het je helemaal gaat duizelen als je de veelheid van verschillende getallen en eenheden bekijkt op werkelijke elk verpakking die je in handen krijgt. Of dat het geld tussen je vingers lijkt weg te lekken als veel kleine bedragen toch optellen tot een (veel te)groot bedrag.
Veel mensen klappen werkelijk dicht als het gaat om zaken met getallen, alsof elke gecijferdheidssituatie weer een sommetje is waarbij de meester of juf kan zeggen: FOUT!!
Dat maakt het bereiken van de doelgroep een helse klus. Overigens denk ik dat om deze redenen het starten met een rekentoets niet de aangewezen weg is om mensen te verleiden aan de slag te gaan met het verbeteren van hun gecijferdheid. Je kunt veel beter denken aan: specifiek beroepsgericht aanbod met betekenisvolle relevante contexten uit bijvoorbeeld de beroepen die in het diagram genoemd staan, of – meer gericht op het dagelijkse leven – samen met anderen werken aan beter worden in adverteren op Marktplaats, of beter worden in budgetteren, of beter worden in vinden van koopjes op internet, of samen formulieren voor voorzieningen en toeslagen invullen.
Er moet op dit gebied nog veel ontwikkeld worden, dat kan samen met het werken aan laaggeletterdheid, maar apart aanbod ontwikkelen voor het aanpakken van laaggecijferdheid is hoognodig. Daar heeft Nederland nog wel een achterstand weg te werken. Zie het rapport van ROA.