‘I have presented the case that six key ‘universal’ activities are the foundations for the development of mathematics in culture: (…) Counting, Measuring, Locating, Designing, Explaining, and Playing.’
Alan J. Bishop (1988). Mathematical Enculturation – A cultural perspective on Mathematics Education. Kluwer Academic Publishers, The Netherlands.
Het boek Mathematical Enculturation – A cultural perspective on Mathematics Education is een klassieker in de literatuur over reken- en wiskundeonderwijs.
Alan J. Bishop, een van de meest vooraanstaande denkers over normen, waarden en cultuur in reken – en wiskundeonderwijs, constateerde dat in alle wereldculturen en leefgemeenschappen een aantal rekenwiskundige activiteiten altijd voorkomen: tellen, meten, zich oriënteren in de ruimte, ontwerpen, uitleggen (wiskundig communiceren) en spelen. Tellen en meten zijn natuurlijk voor de hand liggend, maar vooral spelen is een intrigerend element in dit rijtje, dat we ook terugvinden in Johan Huizinga’s klassieker ‘Homo Ludens’ (1938).
Mathematics education gaat altijd over rekenen én wiskunde. Van rekenen en wiskunde op school is het grootste deel van de leerlingen vooral twee dingen bijgebleven: (1) het gaat om bewerkingen en goed-fout antwoorden en (2) het gaat gepaard met angst en selectie.
Beide zaken missen de essentie van reken- en wiskundeonderwijs, namelijk het adequaat toerusten van leerlingen om kritisch en met zelfvertrouwen om te gaan met de wereld van getallen, patronen en structuren, welke onmiskenbaar en onvermijdbaar een groot deel uitmaken van de ons omringende wereld. Deze fundamentele basissocialisatie (enculturatie), waarvoor onderwijs bedoeld zou moeten zijn, wordt in het Nederlands aangeduid als gecijferdheid.
Wat zou het toch mooi zijn (en een verademing) als een toekomstig reken- en wiskundecurriculum deze concepten als hoofddomeinen zou hebben.
Deze column is eerder verschenen in de Bildungskalender op 25 augustus 2019 en op LinkedIN