Steen,
Lynn Arthur (ed.) (2001). Mathematics and Democracy, The case for Quantitative Literacy.
NCED, USA, The Woodrow Wilson National Fellowship Foundation.
Inleiding
Lezend in the case of quantitative literacy:
Heel veel goed opgeleide
volwassenen blijken ‘functioneel ongecijferd’ te zijn. Een gecijferd persoon
bekijkt de wereld door een wiskundige bril. En heeft voldoende zelfvertrouwen om
de confrontatie met vertegenwoordigers van de regering aan te gaan. (blz 2)
QL is meer een houding (habit of mind), een manier om problemen te benaderen. (blz
5)
Gecijferdheid is niet een nieuw vak, maar vormt een integraal onderdeel van alle
vakken. (NB Op deze stelling heet Schoenfeld kritiek, dat wordt een ‘uphill
battle’, blz 54)
Elementen
van QL
Uit de verschillende definities haalt de commissie de volgende elementen van QL:
Elements of quantitative literacy:
-
Confidence with Mathematic
-
Cultural Appreciation
-
Interpreting Data
-
Logical Thinking
-
Making Decisions
-
Mathematics in Context
-
Number Sense
-
Practical Skills (able to use)
-
Prerequisite Knowledge
-
Symbol Sense.
Alles bij elkaar genomen komen we toch aardig in de buurt van onze W12-16 met als vervolg Havo wiskunde A1,2
De problematiek van de VMBO-afhaker, LWOO e.d. komt hier veel minder naar voren.
Maar ja, deze leerlingen zijn ook nauwelijks geletterd in de ouderwetse
betekenis van het woord. En traditioneel horen geletterd en gecijferd bij elkaar:
competenties(?) van hoog-opgeleiden.
Dat brengt me op het volgende onderscheid:
Je hebt geletterd en gecijferd, een soort norm die gesteld wordt aan de elite (havo en
meer!) door de elite (met minstens gym-beta!)
En je hebt alfabetisering-cursussen voor mensen die niet (goed) hebben leren lezen. En
Mieke van Groenestijn schrijft over een poging die mensen een zelfde soort
scholing rond getallen geven als de alfabetisering-cursus dat deed rond woorden.
Het is belangrijk vanaf het begin heel helder te zijn op welke groep je je richt,
en voor die groep een passend woord te vinden.
Verder met het artikel. Blz 9
t/m 15 bevatten mooie lijstjes met voorbeelden van gecijferdheid in diverse
vakken. Wel gaat het hier om gecijferdheid van de goed opgeleide burger! Je kunt
natuurlijk ook een lijstje vaardigheden opstellen waarover een gecijferd mens
moet beschikken.
-
Having facility with simple mental arithmetic;
-
estimating
arithmetic calculations;
-
reasoning with proportions;
-
counting by indirection(???DK) (combinatorics).
-
Data: Using information conveyed as data, graphs, and charts; drawing
inferences from data; recognizing disaggregation as a factor in interpreting
data.
-
Computers: Using spreadsheets, recording data, performing calcula-tions, creating graphic displays,
extrapolating, fitting lines or curves
to data.
-
Modeling: Formulating problems, seeking patterns, and drawing
conclusions; recognizing interactions in complex systems; under-standing
linear, exponential, multivariate, and simulation models; understanding the impact of
different rates of growth.
-
Statistics: Understanding the importance of variability; recognizing
the differences between correlation and causation, between randomized
experiments and observational studies, betwee finding no effect and finding no
statistically significant effect (especially with small samples), and between
statistical significance and practical importance (especially with large
samples).
-
Chance: Recognizing that seemingly improbable coincidences are not
uncommon; evaluating risks from available evidence; under-standing the value of
random samples.
-
Reasoning: Using logical thinking; recognizing levels of rigor in
methods of inference; checking hypotheses; exercising caution making
generalizations.
Tot slot, volgens de auteurs is gecijferdheid is niet los te maken van de context.
Je ontwikkelt het alleen door met zaken bezig te zijn die nu van belang zijn.
september
2001
|